Sporen in het landschap
Sinds mensen overgingen van een nomadisch jagersbestaan naar landbouw, hebben ze hun land verbouwd, sommige delen bemest, andere verschraald en uitgeput, zodat er op die plekken alleen nog maar hei wilde groeien, of er zandverstuivingen ontstonden. Ze hebben bos gekapt, huizen en versterkingen gebouwd, waarvan soms nog resten in het landschap zijn terug te vinden, zoals de versterking Mitspete, die stamt uit de Middeleeuwen (zie de foto hiernaast). Oude culturen, zoals de eerste landbouwers van de Trechterbekercultuur (5300 jr geleden), hebben hun sporen achtergelaten door hunebedden te bouwen. In onze tijd vinden we nog de scherven van hun aardewerk, hun bijlen en vuurstenen werktuigen. Uit het Bolleveen in Midlaren kwamen twee wagenwielen van elzenhout omhoog, nog niet eens helemaal voltooid (het asgat was nog niet doorboord), afkomstig van de Enkelgrafcultuur (4600 jaar geleden). En de oudste vondst, in deze buurt gedaan, was een vuurstenen kling uit de tijd dat Rendierjagers hier door de toendra trokken, achter de kuddes wilde rendieren aan, en hun kamp opsloegen naast de Heijberg, aan de rand van het Heijveen, 14.000 jaar geleden. Dat was in de laatste fase van de laatste ijstijd. Het hoogteverschil tussen de Hondsrug en het naastgelegen Hunzedal was toen ongeveer 80 meter. In het landschap waren misschien nog enkele restanten van vorstheuvels (pingo’s) aanwezig, die we in onze tijd terugvinden als verlaagde veenmeertjes in het landschap, een zelfde veentje als het Bolleveen, waarin de twee wagenwielen werden gevonden.Het project Kunst op de Hondsrug heeft dit thema, de mens die op weg is, van verleden naar toekomst, individueel of als lid van een bepaalde cultuur, als uitgangspunt genomen. Mensen die in dit onderwerp geïnteresseerd zijn en zich er verder in willen verdiepen, kunnen in het boek "Vijfduizend Jaar overleven op de Rand van de Hondsrug", geschreven door Marianne van Albada, meer van hun gading vinden.
Marianne van Albada, psychologe en kinderboekenschrijfster van beroep, die sinds 1970 in Midlaren woont, aan de rand van het Heijveen, vlakbij de provinciegrens tussen Groningen en Drenthe, schreef op verzoek ooit een klein stukje over de geschiedenis van het streekje waar ze woont. Dat leidde tot een jarenlang durend verder onderzoek naar de achtergronden van dit gebied en de voorvallen uit de Drentse historie die hier hun invloed deden gelden, en mondde tenslotte uit in een 480 pagina’s dik boek met als titel "Vijfduizend jaar overleven op de rand van de Hondsrug". Het boek van Marianne van Albada is verkrijgbaar in de boekhandel, maar kan ook rechtstreeks bij de schrijfster besteld worden: Haasakkers 3, 9475 PJ Midlaren, tel.: 050-4092837.