|
Philippe over zijn jeugd: |
|
|
Ik kan me nog heel goed het onbezorgde leven herinneren, met eindeloos knoeien met water in de zandbak, de wijdopen tuinkraan om rivieren mee langs het tuinpad te maken. Rivieren met een vuil laagje gelig schuim van modder en kleine takjes die daartussen dreven. Met grote bewondering keek ik naar mijn vader die een vogelhuisje voor mij timmerde en later maakte ik met mijn vriendjes hutten onder de grond of in bomen of prutsten we aan brommers, auto’s of radio’s. Niets mooiers dan een kapot apparaat te repareren. Als ik later iets in een winkel zag was mijn eerste reactie meestal, dat kan ik zelf ook wel maken. Maar mijn brood heb ik er nooit echt mee verdiend, dat deed ik met onderzoek en advieswerk, kantoorwerk, hersenwerk. Maar na werktijd pakte ik weer mijn gereedschap en bouwde schuurtjes en zelfs hele huizen voor mijn eigen gezin.
|
|
|
Met mijn beroep als organisatie adviseur, ben ik in 2000 gestopt, met het doel me meer op mijn kunstzinnige kwaliteiten te richten. Iets wat zich tot dan toe slecht liet combineren met het kantoorwerk.
|

1943, Philippe op het tuinpad |
|
|
Door toeval kwam ik in aanraking met glas in lood en volgde een cursus bij Gonny Fournier. Tot mijn verrassing sprak me dat enorm aan en dat lag waarschijnlijk aan de combinatie van creativiteit (ontwerp, keuze van kleuren en soorten glas) met de technische kant van het in elkaar zetten van de glazen stukjes met het lood tot een geheel raam, wat enige handigheid vereist. Ik ontdekte een eindeloze variatie aan mogelijkheden. |
|