POËZIE-PODIUM
Voorafgaande aan het concert op zondagmiddag 1 juni 2008
OVERZICHT VAN DE VOORGEDRAGEN GEDICHTEN:
Henk Hurenkamp, voorzitter van het Project Kunst op de Hondsrug, beet de spits af met een gedicht van Lucebert uit 1972:
PSALM VOOR NIEUWE GELOVIGEN
er zijn de stenen sprekend
er is een levend licht
op een gegeven teken
staan de sterren in evenwicht
de aarde als herboren
blijkt ons behouden huis
geen leven raakt verloren
verdwenen is het kruis
ons oog zij steeds bewogen
door een ander levend oog
dat licht en opgetogen
ons leiden zal omhoog
eens in die hoogste veste
verblijven wij met dank
uw dienaar die ten leste
nog parfum puurt uit stank
Dit gedicht draagt een gevoel van religiositeit in zich, maar lijkt haast satirisch bedoeld. Toch neemt Lucebert de "nieuwe gelovigen", waarover hij het hier heeft, serieus. Het zijn mensen, die in volle ernst, maar ook met ongekende lichtheid het spel van de religie spelen. Ze geloven in van alles en nog wat: sprekende stenen, levende lichten, of wat nog meer. In feite zijn ze net zo gelovig en bijgelovig als de "oude gelovigen" in de kerk. Maar deze nieuwe gelovigen verlangen vurig naar een nieuwe wereld, zonder dogma's en vastgeroeste ideeën, net als Lucebert zelf, die in zijn werk vaak visioenen uitbeeldt van redding voor iedereen.
Hierna las Anke Kooiman een tweetal gedichten voor:
STEEN
Steen,
een harde stof met minerale samenstelling:
baksteen, beton, natuursteen
een los stuk daarvan, zie:
kinderkopje, zwerfsteen, kei - steen...
een stuk daarvan, gebruikt als bouwmateriaal
zie bouwsteen
een edelsteen, een hagelsteen, een dobbelsteen
een niersteen, blaassteen of galsteen
Het Steen,
een burcht in Antwerpen
een historisch Amerikaans motormerk
zie Steen - motorfiets
een pit van een steenvrucht
Jan Steen, Nederlands kunstschilder
Steen - rapper
Nederlandse rapper
Dit "gedicht", met waar acteertalent ten gehore gebracht, kreeg zijn anticlimax door de daarop volgende uitleg van de spreekster: Dit lijkt een gedicht, maar het is het niet... Het is gewoon een stukje uit Wikipedia!
Daarna volgde nog een gedicht van Willy Spillebeen (geb.1978), gevonden op internet onder het kopje: "Gedichten over stenen".
WOORDEN IN DE STROOM
Het kind dat keitjes
keilde in het water
zag: vliegende vissen
en 's avonds
kwam hij veilig weer thuis.
Ziek van liefde en schuld
gooide hij later
grote stenen uit.
Het water wolkte vol
modder
De stenen vormden geen
brug.
Hij vond zichzelf
niet terug.
Nu staande aan de oever
tegen de stroom in
en de vertroebeling
spuw ik kringetjes
als een kind.
Zuiverend zout.
Even een teken
van leven.
Als derde en laatste verscheen Marianne van Albada op het toneel.
Ze had een heel aantal jaargangen "Poëziekalender" doorgespit, op zoek naar een gedicht over stenen, maar vond er eigenlijk geen, die het thema STENEN recht deed. Eén was er, waarin het woord steen voorkwam, maar dat bleek te gaan over een grafsteen op een kerkhof. Steen als symbool voor de dood.
Het lijkt haast of er buiten Drenthe (waar vermoedelijk de meeste dichters wonen) geen stenen bestaan, die inspireren tot een gedicht.
Eigenlijk is Drenthe de enige provincie in Nederland, die rijk is aan stenen. In Drenthe vind je de hunebedden, opgebouwd uit stenen die in de voorlaatste ijstijd vanuit Scandinavië hierheen gevoerd werden.
Drenthe is ook de provincie, waar de mensen in de 18e eeuw stenen uit de grond groeven om wegen of dijken mee te plaveien. Arme arbeiders, die zo een centje bijverdienden. "Stenen roden", heette die tak van industrie.
Harm Tiesing, een boerenzoon, geboren in 1850, die veel heeft opgeschreven over gewoontes en gebruiken in het oude Drenthe, vertelt, dat men vroeger geloofde dat de stenen in de grond groeiden. Je kon het met je eigen ogen zien, want als je stenen opgroef uit de aarde zaten de worteltjes er nog aan...
Naar die tijds-sfeer verwijst vermoedelijk het volgende gedicht van Willem van Toorn (geboren 1935) over DRENTHE.
Het enige gedicht dat Marianne over het onderwerp stenen had kunnen vinden...
Het laat de Drenthen zien in hun afzondering, nog vergroeid met het verleden, zich veilig wanend in hun eigen wereld. Maar langzaam, stap voor stap, komt de moderne tijd met al zijn lawaai en honger naar ruimte, dichter en dichterbij...
DE 17 PROVINCIËN
DRENTHE
Deze rapen nog stenen,
lezend met oude vingers
in de breuktekeningen
de heldere taal van regen,
witte beten van de winter.
Kijken op naar vliegtuigen,
luisterend als naar trekvogels
van onrust, de bodemloze
hemel bekrassend, ten dode
afdalend in de ruimte.
Vouwen het licht om zich dicht
als bomen hun schors en slapen
met korrelogen van aarde
droomloos in hun hooien vacht.
En heimelijk sluipt iedere nacht
de honger van de stad een stap nader.
Omdat het onderwerp, dat Kunst op de Hondsrug dit jaar had gekozen
(MUZIEK en TAAL, met als thema: STENEN), haar intrigeerde, en ze zelf eigenlijk niet goed de verbinding kon maken tussen muziek en stenen, besloot Marianne een poging te wagen die onbestemde gevoelens vast te leggen in een gedicht.
Met het voordragen van dit gedicht werd het poëzie-podium afgesloten en de weg vrijgemaakt voor het optreden van de beide musici.
MUZIEK EN STENEN
Wezensvreemd
zijn muziek en stenen.
Miljoenen jaren verwijderd
van elkaar.
Muziek is beweging,
golving, rilling,
vluchtig als de wind
die haar klanken verder draagt.
De steen,
bewegingloos in zichzelf verzonken,
dempt alle trilling,
absorbeert in haar wezen alle geluid.
Muziek beroert ons hart:
wekt lach en tranen,
hemelse klanken...
Maar onbewogen is het hart van steen.
Stenen
zijn gestolde klanken
uit een ver verleden
toen de aarde werd gevormd.
Massief en zwijgend
doorstaan ze de eeuwen,
trotseren onaangedaan
de golven der tijd.
Muziek
is de storm
die langs de rotswand fluit.
Muziek
is de wind
die door de bomen ruist.
Het kolkende water
dat in de bergbeek bruist.
Het rollen van keien,
tot grind vergruisd.
De branding op het strand
die steen vermaalt tot zand.
Stormen van geluid
zijn aan de steen voorbij gegaan
voor hij uiteenvalt
in steeds kleinere brokken.
Gewenteld, gebroken,
geslepen, geschuurd,
tot zon, wind en water
hun werk hebben gedaan
De rots verpulverd
tot gruis, zand en klei.
Vruchtbare bodem,
waar zaden kiemen,
bomen verrijzen,
dieren grazen,
vogels zingen,
mensen leven,
instrumenten bouwen,
muziek doen klinken
op de wind.
Ja, wezensvreemd
zijn muziek en stenen.
Tegenpolen
van energie.
Hoe groter steen,
hoe minder trilling.
Hoe kleiner steen,
hoe meer muziek.