Een klein strandkaboutertje heeft er genoeg van steeds maar op andere plaatsen te slapen, en hij gaat op zoek naar een huisje. Een mooie grote schelp staat hem wel aan.
Maar de zee spoelt zijn huis vol zeewater, de wind stuift het vol zand, en een scholekster ziet de schelp aan voor één van zijn eieren.
Tenslotte legt kabouter Wokkel zich neer bij het onvermijdelijke: een strandkabouter is afhankelijk van zon, wind en water, en daarom heeft hij ook geen huis; hij heeft alleen zichzelf.
De sfeervolle tekeningen in frisse kleuren roepen de herinnering op aan het mannetje Piggelmee.